(Gr. = het gedachte; →noeoo = begrijpen, denken) (philos.) het alleen verstandelijk kenbare „Ding an sich” (→Ding) in tegenstelling met zijn zinnelijk waarneembare verschijnselen (→Phaenomenon). Plato onderscheidde de noumenale wereld der ideeën (Plato’s „Dinge an sich”, bijv. „autosanthroopos” = de mensch zelf, de „Mensch an sich”) en de phaenomenale wereld hunner verschijningsvormen, waarin wij menschen moeten leven (→Zijn en worden).
Volgens Kant kunnen we enkel het bestaan, maar niet het wezen dier noumenale wereld achterhalen. →Zelfstandigheid. v. d. Berg.