Eenvoudige inrichting tot onttrekking van water aan diep gelegen grondlagen, bestaande uit een in den bodem te drijven ijzeren pijp, waarvan het onderste gedeelte geperforeerd is en voorzien is van een stalen punt. De pijp wordt verticaal in den bodem geheid tot in de waterleverende zandlaag; het water kan dan door het geperforeerde gedeelte in de pijp opstijgen en opgepompt worden.
Het slaan der n. mislukt veelal door beschadiging van de punt op een harde grondlaag of door verstopt raken van het geperforeerde gedeelte. Gewoonlijk past men daarom zgn. „bronnen” toe, waarbij niet de pompbuis zelf, doch een wijdere ommantelingbuis door boren of pulsen in den bodem wordt gebracht; na verwijdering van den grond binnen deze buis wordt hierin de pompbuis met filter gehangen.Voor de n. worden speciale pijpen van geasphalteerd of gegalvaniseerd ijzer met bijbehoorende stalen punten en geperforeerde gedeelten gefabriceerd onder den naam van nortonpijpen. Ook spreekt men wel van nortonpomp; bedoeld wordt dan de volledige inrichting, nl. nortonput met de op de pijp geplaatste pomp. Gewoonlijk wordt hiervoor een vleugelpomp gebruikt. P. Bongaerts.