Wat onmogelijk niet of anders kan zijn of worden gedacht. Alleen God is → absoluut noodzakelijk (→ Volmaaktheid); het geschapene kan enkel hypothetisch noodzakelijk zijn en veronderstelt Gods vrije scheppingsdaad.
Deze hypothetische n. berust dan ofwel op het onveranderlijke → wezen der dingen (intrinsieke n.) ofwel op uiterlijke factoren (extrinsieke n.), nl. efficiënte oorzaken (physieke n.) of finale oorzaken (moreele n.). → Determinisme. v.d.Berg.