Een internationaal overeengekomen signaal, waarmede in nood verkeerende schepen en vliegtuigen hulp aanvragen. N. kunnen gegeven worden langs draadloozen weg (gesproken of door morseteekens, bijv.
S.O.S.), door optische teekens (vlag, vuurpijl, lichtkogel, e.d.); vervolgens door schoten, fluit, klok, sirene e.d. Is geen onmiddellijke hulp noodig, dan wordt het internationale spoedsein PAN gegeven.
Zie → Luchtvaartwet.