1° Dorp van ca. 875 inw. in de Friesche gem. → Oostdongeradeel (XI 208 D1).
2° Dorp van 300 inw. in de Friesche gem. → Ferwerderadeel (XI 208 C1).
3° Gem. in de prov. Gelderland, in den N.W. hoek van de Neder-Veluwe (XI 512 B/C 3). Ca. 10.500 inw. (62 % Ned. Herv., 28 % Geref., 7 % Kath. en 1 % Isr.). Omvat de stad N. en enkele buurtschappen o.a. Nijkerkerveer. Opp. 6.283 ha. Middelen van bestaan zijn: veeteelt, landbouw, tuinbouw, veehandel, hoenderteelt en eiermarkt; de industrie omvat houtbewerking, meubels, chocolade, bezems, klompen en melkproducten. N. ligt aan de spoorlijn Amersfoort—Zwolle, een locaallijn geeft verbinding met Ede. Een havenkanaal geeft toegang naar het IJselmeer (beurtvaart op Amsterdam). De Ned. Herv. kerk (1461) werd in 1540 door brand geteisterd. Gemeentetoren (gerestaureerd 1778) met klokkenspel. Het raadhuis bevat een oudheidk. verzameling en heeft een interessante raadzaal met wandschilderingen.
Geschiedenis Oorspr. een offerplaats Biddinchem. In 1222 hoogstwaarschijnlijk door veenbrand verwoest. Toen werd de naam: Nijkerk (= nieuwe kerk). Stedelijke rechten in 1413. In 1540 afgebrand. Leed herhaaldelijk van overstrooming, nog in 1916. Heijs.