Frankisch koninkrijk in den Merovingentijd, met wisselende grenzen. Grootste omvang: omgrensd door Loire, Ardennen, Maas, Schelde, Kanaal en Bretagne.
Hoofdzakelijk bewoond door geromaniseerde Salische Franken. Zoowel om dynastieke als om nationale tegenstellingen was N. in voortdurend conflict met het meer zuiver Germaansch gebleven ➝ Austrasië [➝ Brunhilde (2°); Fredegunda].
Door den slag van Testri (687) bleef het overwicht aan Austrasië. In den feodalen tijd viel N. in vsch. min of meer zelfstandige gebieden uiteen, waarvan de voornaamste ➝ Francië, Normandië en Kroon-Vlaanderen. Gorris.