Naam zoowel voor den uitwendigen neus als voor de ➝ neusholte. De uitwendige n. bestaat uit neuswortel, -rug, -punt en -vleugels. De neusbeenderen steunen het bovenste gedeelte van den n., de neuskraakbeenderen het onderste deel.
Bij de verschillende menschenrassen en ook bij vsch. personen heeft de n. vaak zeer verschillende vormen: haviksneus, stompneus, wipneus enz.
De neus is behalve als ➝ reukorgaan van belang voor de ademhaling, daar veel onzuiverheden uit de lucht in de neus door de haartjes worden tegengehouden en zoo niet in de longen terecht komen.
Voornaamste afwijkingen en ziekten van den neus bij den mensch. Uitwendige neus De scheeve neus is meestal een gevolg van ontwikkelingsstoornis, kan echter ook door uitwendig geweld ontstaan, evenals de boksersneus; de zadelneus en de lorgnetneus zijn een gevolg van bepaalde ontstekingen van den inwendigen neus; een typische vorm van den neus ontstaat bij goendoe, een tropische ziekte, nl. een sterk verdikte neusrug met aan weerszijden hiervan beenige uitwassen. Soms ontstaan bij neuspoliepen eveneens uitpuilingen aan beide zijden van den neus. Rhinophyma is een soms bij oude mannen voorkomend, rood, hobbelig neusgezwel. Geheel of gedeeltelijk defect van den neus kan ontstaan bij lupus, sommige tropische ziekten en kwaadaardige gezwellen.
Inwendige neus Het onderzoek van den inwendigen neus met behulp van een lichtbron noemt men rhinoscopie. De meest voorkomende ziekten zijn slijmvliesontstekingen (rhinitis). Acute slijmviiesontsteking heeft men bij gewone verkoudheid, griep, mazelen, enz. Chronische slijmvliesontstekingen worden meestal veroorzaakt door verblijf in rook, stof, of door inademen van bepaalde chemische producten, verder bij neusbijholteaandoeningen en bij kinderen vaak door adenoïde vegetaties. Een eenzijdige neusettering wijst op bijholteaandoening of op een vreemd lichaam in den neus. Een bepaalde vorm van chronische ontsteking is de ozaena (stinkneus), een ziekte, waarvan men de oorzaak niet kent.
Sommige vormen van syphilis of tuberculose geven een dergelijke afwijking. Bij ozaena ontstaat ook atrophie van het kraakbeen. Bij syphilis ontstaat door aantasten van het been en kraakbeen de zadelneus. Een waterige afscheiding uit den n. zonder ontsteking kan gevolg zijn van gebruik van jodium of broomverbindingen, allergische ziekten (hooikoorts, enz.). Vaak ontstaan bij chronische slijmvlies- of bijholteaandoeningen poliepen: grijze of lichtroode, ronde gezwelletjes. Deze moeten niet verwisseld worden met de neuscyste en ➝ kaakcyste.
Bij langdurig verblijf van een vreemd lichaam in den neus vormt zich rondom dit voorwerp een kalkafzetting (neussteen, rhinolieth). Bloedgezwel of haematoom van het neustusschenschot wordt veroorzaakt door uitwendig geweld. Bij niet behandelen hiervan ontstaat een abces van het tusschenschot met als gevolg gedeeltelijke inzinking van den neusrug (lorgnetneus). Neusbloeding (epistaxis) kan een gevolg zijn van uitwendig geweld, verhoogden bloeddruk, nier-, hart-, vaat- of bloedziekten, ontsteking in den neus.
Verschillende neusaandoeningen eischen een operatieve behandeling (gezwellen, septumafwijkingen, enz.). Vormafwijkingen van den uitwendigen neus eischen een bijzondere operatieve behandeling, neusplastiek genoemd. Wat de prophylaxis betreft, is op de juiste wijze snuiten van den neus (een zijde tegelijk en niet te hard) ten einde ooraandoeningen te voorkomen, van belang. Verder moet geen water worden opgesnoven.
Bij verstopten neus krijgt men de zgn. gesloten neusspraak (rhinolalia clausa); bij verlamd of gespleten gehemelte de open neusspraak (rhinolalia aperta). Aandoeningen van de reukzenuw kunnen tot gevolg hebben: verlies van den reuk (anosmia essentialis), verkeerd ruiken (parosmia), alles heeft een weerzinwekkenden reuk (kakosmie). Bij sommige zenuwziekten ontstaat te scherp ruiken (hyperosmie).