Rivier in de Belg. prov. Antwerpen (II 512 C4), behoort tot het Scheldegebied, wordt gevormd door de samenvloeiing der Groote en Kleine Nete te Lier.
De Groote N. ontspringt te Hechtel (57 m hoogte), ontvangt de Mol-Nete, de Groote Beek en de Wimpbeek en stroomt langs Westerlo (waar ze bevaarbaar wordt), Heist-op-den-Berg, Gestel; helling 0,50 m per km. De Kleine N. ontspringt ten N. van Kasterlee, ontvangt de Aa en de Pulderbeek, en stroomt langs Herentals en Grobbendonk, alwaar ze bevaarbaar wordt; helling 0,40 m per km (zie afb. op de pl. tegenover kolom 129 in dl.
XV). De Nete heeft een lengte van 13 km (van Lier tot Rumpst), stroomt langs Duffel, Walem, door lage beemden, en vereenigt zich te Rumpst met de Dijle om den Rupel te vormen.
De getijden doen zich gevoelen tot 6 km stroomopwaarts. De N. verschaft drinkwater aan Antwerpen, te Walem.
Oct. 1914 had de slag aan de N. plaats, die over het lot van Antwerpen besliste.