(geol.), een uitvloeiingsgesteente, uit alkaliveldspaat en nefelien bestaande, met duidelijke, doch niet overheerschende plagioklaas en donkere bestanddeelen. Olivijnhoudende vormen heetten vroeger nefelienbasaniet (Rosenbusch), men hechtte toen minder gewicht aan het plagioklaasgehalte; het begrip omvatte dus ook wat men tegenwoordig nefelienbasalt noemt.
Nefelientefriet zijn effusieve vormen van plagifoyaïeten.