(meteorol.), neerslagsoort, die uit den cumulonimbus of uit het cumulonimbusachtige gewolkte van het koud front valt. ➝ Neerslag. Alle neerslagvormen komen in de n. voor; de hagel valt slechts in de n. en de sneeuwvlokken en de regendruppels bereiken hierin hun maximale grootte. ➝ Druppel.
De n. begint en eindigt meestal plotseling en is afwisselend in sterkte. De zwaar bewolkte lucht, die de n. geeft, wisselt snel met helderen hemel af.
De n. gaat soms met bliksem gepaard en wordt dan onweersvlaag genoemd.V.d. Broeck.