Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Narcolepsie

betekenis & definitie

Westphal en Gelineau in 1881 beschreven aanvallen van plotseling inslapen, die optreden zoodra de lijders aan zichzelf overgelaten zijn. Lang heeft men aan een verwantschap met epilepsie gedacht; het is intusschen duidelijk geworden, dat narcolepsie niets met epilepsie te maken heeft.

Hoewel een lijder na een epileptische absence (d.i. een bepaald type van lichte epilepsie) ook wel inslaapt, is hierbij de slaap veel dieper. De aanvallen van n. worden vooral waargenomen na lichamelijke of geestelijke inspanning, bij emoties en vaak ook onder het eten.

Terwijl de essentieele epilepsie gaarne kort voor de rijpingsjaren ontstaat, ontstaat de n. vooral op volwassen leeftijd.De n. schijnt te berusten op een aandoening in den bodem van den 3en hersenventrikel of het diencephalon. Hier zou een zgn. centrum voor den slaap gelegen zijn, zooals bij de inheemsche (encephalitis lethargica) en tropische (nona) slaapziekte gebleken is. Ook bij de hysterie zijn dgl. kleinere slaapaanvallen beschreven.

Klessens.

< >