Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Naaldaar

betekenis & definitie

(Setaria of Panicum), een plantengeslacht van de fam. der grassen, aldus genoemd omdat de aartjes door stekelige borstels omhuld worden. In Ned. komen drie eenjarige soorten niet algemeen voor: de zeegroene n. (S. glauca), de kransnaaldaar (S. verticillata) en de groene n. (S. viridis).

Deze laatste soort wordt in de subspecies italica (trosgierst) als vogelvoeder verbouwd; in Japan, N. China en Voor-Indië dient trosgierst ook als voedsel voor den mensch.

Als sierplant vindt men soms S. alopecuroides. Bouman.

< >