(Caryophyllaceeën), een plantenfamilie, omvat 62 geslachten met 1450 soorten, meestal kruidachtige gewassen, die in de gematigde streken voorkomen. Kelk en kroon bestaan uit 4-5 deelen, terwijl er meestal dubbel zoo veel meeldraden aanwezig zijn.
Op het vruchtbeginsel met een centralen zaaddrager 2-5 stempels; de vrucht is meestal een doosvrucht. De kruisstandige bladeren zijn kort- of onbehaard.
Doornen komen zelden voor. Een onderfamilie, de anjelierachtigen, telt zeer veel sierplanten o.a.
Silene, Lychnis, Dianthus (anjer), Viscaria, Gypsophila (gipskruid) en Tunica. Veel voorkomende onkruiden zijn bolderik, muur, koekoeksbloem, hardbloem, schijnspurrie, zeepostelein, hoornbloem (ook gekweekt) en zeepkruid, terwijl spurrie voor veevoeder verbouwd wordt. Bouman.