Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Mummie

betekenis & definitie

(Arab. moemija = een soort asphalt) noemt men een tegen verteren bewaard lijk. Natuurlijke m. heeft men, wanneer er geen speciale behandeling van het lijk heeft plaats gegrepen, doch de plaats, waar het lijk ligt, zelf bederfwerende eigenschappen heeft door droogte e.d.

Zulke m. heeft men in de Sahara, in Peru enz. Sommige volkeren hadden echter de gewoonte de lijken door kunstmatige behandeling tot m. te maken. het meest bekend zijn de Egypt. m., die, in linnen doeken gewikkeld, in kisten werden gelegd en in grooten getale gevonden zijn, o.a. die van vele pharao’s (Mycerinus, Ahmes I, Amenhotep I en III, Thoetmosis I, II, III, Toetanchamon, Ramses II, III, IV, Merneptah, Sethos I en andere).

Ook vsch. dieren werden gemummificeerd. Later kregen de m. rijken tooi mee, men legde ze in meerdere bont beschilderde, in elkaar passende kisten, die min of meer den vorm van het lichaam hadden en waarop vsch. teksten uit de doodenliteratuur geschreven werden (zgn. mummiekistteksten).

De oudste m., die nu nog over is, stamt uit den tijd van de 2e dynastie (ong. 3000 v. Chr.), maar er is zeker al voordien gemummificeerd.Bij het mummificeeren hadden de Eg. de bedoeling, dat het lichaam zooveel mogelijk bewaard bleef en zijn natuurlijk uiterlijk behield, zoodat de ziel haar gewone verblijfplaats terug kon vinden (➝ Egypte).

Over de wijze van mummificeeren zie men het art. ➝ Balsemen. Lit.: G. Elliott Smith, The royal mummies (1912); de Buck, The Egypt coffin texts (I Chicago 1935 vlg.).

Bent.

< >