Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Modest Petrowitsj Moessorgskij

betekenis & definitie

Russisch componist. * 21 Maart 1839 te Karewo (gouv. Pskow), ♱ 28 Maart 1881 te St. Petersburg.

Werd opgeleid tot officier en was sedert 1863 bijna tot zijn dood toe ambtenaar. Als musicus maakte hij deel uit van het zgn. „machtige hoopje”, dat een autonome Russ. toonkunst nastreefde (met Balakirew, Cuï, Borodin en Rimskij-Korsakow).Hoewel hem een eigenlijke muzikaal-technische scholing ontbrak, is hij niettemin de belangrijkste figuur van allen geworden, die de psyche van het Russ. volk even zuiver in muziek heeft uitgedrukt als Dostojewskij in de literatuur. Bovendien is zijn compositiestijl voor de geheele nieuwere muziek na 1900 zeer invloedrijk geweest, vooral door toedoen van Debussy; vernieuwend was vooral zijn gebruik van oude kerktoonaarden en van typisch-Slavische ostinate melodische wendingen.

M.’s hoofdwerk is het volksdrama Boris Godoenow (1872, tekst naar Poesjkin), het representatieve werk van de Russ. opera-kunst. Onvoltooid bleven de opera’s Chowansjtsjina en De Jaarmarkt van Sorotsjinzij. Heel belangrijk zijn ook M.’s liederen, zooals Hopak en de liederencycli Uit de Kinderkamer, Liederen en Dansen van den Dood en Zonder Zon. Van zijn pianomuziek moeten genoemd worden Tableaux d’un Exposition (geïnstrumenfeerd door Ravel), van zijn orkeststukken Nacht op den Kalen Berg. De meeste werken van M. zijn gedrukt in een bewerking van Rimskij-Korsakow, die schijnbare fouten heeft willen elimineeren, maar zonder het te beseffen M.’s stijl verminkt heeft. Sedert 1930 verschijnt te Moskou een nieuwe origineele uitgave, nadat in 1926 te Londen de oorspr. versie van Boris Godoenow verschenen was.

Lit.: D. Calvocaressi, M. (Parijs 1909); K. v. Wolfurt, M. (1926) ; O. v. Riesemann, M. (1925); Gljebow, M. (Russ., 1928); H.v. Dalen, M. (Ned., 1930).

< >