Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Mimicry

betekenis & definitie

of nabootsing wordt in het dierenrijk veelvuldig aangetroffen. Men onderscheidt verschillende vormen:

1° het gelijken van organismen op voorwerpen uit de omgeving, veelal met het doel zich aan de aandacht van hun vijanden te onttrekken. De natuur geeft hiervan talrijke voorbeelden, o.a. een broedende fazant (wijfje) heeft de kleur van den met verdorde takjes en bladeren bedekten boschbodem. Hertenkalfjes zijn witgevlokt evenals de boschbodem waarop de zon ronde lichtplekjes werpt. De bladvlinder bootst met opgeslagen vleugels een verdord blad na. Sommige buitenlandsche vlinders dragen gaatjes in de vleugels en gelijken daardoor op een aangeknaagd blad. Typische voorbeelden zijn ook het wandelend blad en de wandelende tak, die uiterlijk kleur en vorm bezitten van een groen blad of takje.
2° Het verschijnsel, dat het lichaam door daarop getrokken strepen niet meer als een eenheid in het oog valt, bijv. de beervlinder.
3° De eigenschap van sommige ongewapende organismen om door kleur en vorm goed verdedigde vormen na te bootsen. Bijv. de ongewapende horzelvlinder, bladwesp en groote houtwesp gelijken op de om haar gevaarlijken steek beruchte hoornaar.
4° De eigenaardigheid van enkele dieren om door nabootsing van een of ander voorwerp uit de omgeving hun prooi te lokken. Typisch doet dit de duivelsbloem, een bidsprinkhaan uit O. Afrika, die in vangtoestand een bloem nabootst, waardoor insecten worden verleid en ten prooi vallen aan hun vijand. Een spin uit het geslacht Tomisus op Sumatra bootst de excrementen van een vogel na en lokt daardoor.

Bernink.

< >