Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Mijten

betekenis & definitie

(Acarina), orde van spinachtige dieren, die alle een half of geheel parasitische levenswijze voeren. In verband daarmee is de bouw eenvoudig; kop, borst en achterlijf zijn tot één geheel versmolten, hart en ademhalingsorganen ontbreken vaak.

De m. zijn alle zeer klein. De haarwortelmijten (Demodex folliculorum), comedonen of meeëters leven in de haarzakjes en de daarmee verbonden talkklieren bij den mensch, vooral bij den neus.

Zij veroorzaken puistjes met in het midden een donker propje vetachtig vuil. In Perzië en Egypte leeft Argas Persicus, die bij den mensch des nachts bloed zuigt; andere Argassoorten leven in duiventillen en kippenhokken.

Als de overbrenger der gele koorts en vooral der febris recurrens fungeert Ornithodorus moubata, terwijl de runderteek (Boophilus bovis) de parasiet van de Texas-koorts op runderen overbrengt. Dermatodectes veroorzaakt schurft bij schapen en paarden, en gaat soms op den mensch over.

Elders worden behandeld ➝ fluweelmijten, galmijten, kaasmijt, kevermijten, meelmijt, schurftmijt, teken, watermijten. M. Bruna.

Uit plantenziektenkundig oogpunt zijn van belang: de roode plantenspin (Bryobia praetiosa), die aan de bladeren der kruisbessen zuigt; de roode plantenspin (Epitetranychus althaeae), doorgaans levend op den onderkant der bladeren en daarop gele vlekjes veroorzakend, bij de tuinders bekend als het „spint”, veel voorkomend op komkommers, meloenen, appels, peren, pruimen, perziken enz.; Eriophyes ribis, een galmijt, die den rondknop der zwarte bessen doet ontstaan; E. piri, de verwekker van de pokziekte der perebladeren.

M. v. d. Broek.

< >