Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Michaelis

betekenis & definitie

1° Adolf, Duitsch archaeoloog. * 22 Juni 1835 te Kiel, ✝ 12 Aug. 1910 te Straatsburg. Bereisde Italië en Griekenland; sinds 1872 prof. te Straatsburg.

Werken: o.a. Kunstgeschichte des Altertums (91911); Der Parthenon (1871); Die archaol. Entdeckungen des 19. Jahrh. (1906).

2° Georg, Duitsch staatsman. * 8 Sept. 1857 te Haynau, ✝ 24 Juli 1936. Eerst jurist en professor, minister van Pruisen 1897-1900. Op 14 Juli 1917 volgde hij Bethmann-Hollweg op als rijkskanselier; ten gevolge van een meeningsverschil tusschen Rijksdag en generalen staf over de vredesvoorstellen, trad hij 1 Nov. d.a.v. af.

Werken: Für Staat und Volk (1922); Weltreisegedanken (1923). Cosemans.

3° Karin, Deensch schrijfster van erotische romans en tooneelspelen, ook in het Duitsch; gescheiden vrouw van Sophus M. * 20 Maart 1872 te Randers.

Werken: o.a. Polens Dötre (1903); Das gefährliche Alter (1910); Sieben Schwestern (1923); Bibi (1932).

4° Sophus, Deensch dichter en romanschrijver van de ➝ Neo-romantiek. * 14 Mei 1865 te Odense, ✝ 28 Jan. 1932 te Kopenhagen. In het spoor van Gg. Brandes begonnen (Solblomster, 1893), werkt M. zich op tot een vormenrijk lyricus, vol plastisch vermogen (Palmerne, 1904) en tot een roman- en novellenschrijver, voor wien verheerlijking van de schoonheid het bestendig probleem is (Aebelö, 1895; Giovanna, 1901; 1812 Den evige Sövn, 1912; Hellener og Barbar, 1914; Traebukken, 1918). Van zijn dramatisch werk is alleen Revolutionsbryllup (1906) van blijvende beteekenis.

Verdere werken: Livets Fest (1900); Sirener (1898); Blaaregn (1920); Romersk Foraar (1921); Himmelskibet (1918).

Uitg.: Samlede Romaner (3 dln. 1919).

Lit.: Rimestad, in Digtere i Forhör (1906).

Baur.

< >