Wat is de betekenis van Michaelis?

2025-07-23
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Michaëlis

Gerrit Jan; geb. Amsterdam 28 april 1775, overl. Haarlem 31 oktober 1857. Leerling van zijn vader H. C. Michaëlis (beeldhouwer), G. N. Ritter (tekenen), J. Andriessen en van de Akademie v. B.K. te Amsterdam. Medewerker van J. van Ravenzwaay. Conservator van het Museum Teyler te Haarlem, van 1819 tot 1854. Landschapschilder (heeft ook een enke...

2025-07-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Michaelis

St. Michiel (29 Sept. einde van het schoolhalfjaar).

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Michaelis

1° Adolf, Duitsch archaeoloog. * 22 Juni 1835 te Kiel, ✝ 12 Aug. 1910 te Straatsburg. Bereisde Italië en Griekenland; sinds 1872 prof. te Straatsburg. Werken: o.a. Kunstgeschichte des Altertums (91911); Der Parthenon (1871); Die archaol. Entdeckungen des 19. Jahrh. (1906). 2° Georg, Duitsch staatsman. * 8 Sept. 1857 te Haynau, ✝ 24 Ju...

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Michaëlis

(micha'edis) (Georg) Duits staatsman, ° 1857, 1917 rijkskanselier, † 1936.

2025-07-23
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Michaëlis

is de naam van een Duitsche familie van geleerden, die op het gebied van de Theologie in het algemeen en van de studie van het Oude Testament in het bizonder bekendheid hebben verworven. Er zijn er drie van dien naam geweest. I. Johann Heinrich Michaëlis, 1668—1738, professor in de Oostersche talen en in de Theologie te Halle. Hij behoor...

2025-07-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Michaelis

Michaelis - (Sophus), Deensch schrijver, geb. 1865 te Odense, studeerde Romaansche talen en kunstgeschiedenis. Hij vertaalde oud-Fransche gedichten, schreef essays over kunst, dichtbundels en romans, vol schoonheidscultuur, die de hand van den kunsthistoricus verraden. Synd (zonde 1981), Danemennesker (gewoontemenschen 1892), Aebelö (1895, het eila...