Dominicaan. * 1570 te Den Bosch, ♱ 4 Nov. 1637 te Lier. Hij trad in 1585 te Antwerpen in de Orde, was prior te Leuven en te Antwerpen en in 1611 provinciaal der Ned. provincie. In 1615 werd hij aangesteld tot hoofd der Dominicaansche missionarissen in de Vereenigde Provinciën. In 1623 werd hij te Heusden gevangen genomen en bleef gedurende 18 maanden te Den Haag in de gevangenis.
In 1626 werd hij bisschop van Den Bosch. Kort na de inneming der stad door Frederik Hendrik (1629) moest hij Den Bosch verlaten en stierf als balling in het Dominicanenklooster te Lier. Zijn lichaam rust in de St. Pauluskerk te Antwerpen.Bibliogr.: Script. Ord. (II, 496).
Lit. : B. de Jonghe O.P., Desolata Batavia Dominicana (1717, 120 vlg.); Nw. Ned. Biogr. Wbk. (II, 1027 vlg.); G. A. Meijer O.P., De Predikheeren te ’s Hertogenbosch (1897, 83 vlg.); A. Frenken, De Bossche Bisschop M. 0. (in : Bossche Bijdr., XIV, afl. 1). Lambermond.