Leider van een schisma in de Kerk van Egypte (begin 4e tot na het midden der 6e eeuw). Evenals in Karthago (Felicissimus, Donatisme) en in Rome (Novatianus) zou, volgens Epiphanius, de behandeling der ➝ Lapsi de aanleiding zijn geweest, daar M. zeer streng en bisschop Petrus van Alexandrië milder was. Toen hij in Alexandrië eigenmachtig bisschoppen wijdde, werd hij met zijn aanhang door Petrus op een synode van 306 of 307 geëxcommuniceerd.
Het concilie van Nicea (325) moest aan M. nog verbieden wijdingen toe te dienen. Zijn aanhangers sloten zich bij de Arianen aan en werden de verbitterde tegenstanders van St. Athanasius.Lit.: Dict. Théol. Cath. (X 1928, 531-536); d’Alès, Le schisme mélétien d’Egypte, in: Rev. Hist. Eccl. (22 1926, 5-26). Franses.