Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Maximilien Paul Leon Steenberghe

betekenis & definitie

Ned. sociaal-econoom. *2 Mei 1899 te Leiden. Studeerde rechtswetenschappen (Utrecht). Van 1922 tot ’34 directeur van een textielfabriek te Goirle. Had zitting in verschillende colleges zooals den Ned.

Werkloosheidsraad (1922-’31), den Nijverheidsraad (1924-’34). Voorts bekleedde S. het praesidium van de Algemeene R.K. Werkgeversvereeniging (1930-’34) en had zitting in den raad van toezicht van de R. K.

Econom. Hoogeschool (Tilburg). In 1934 werd hij minister van Economische Zaken in Colijn’s tweede kabinet, maar trad reeds in hetzelfde jaar af wegens verschil van inzicht met de overige leden van het ministerie over de te volgen monetaire politiek. In het vierde ministerie Colijn (1937) aanvaardde S. andermaal de portefeuille van Econ.

Zaken.Werk: praeadvies over „Bedrijfsorganisatie” voor de R.K. Staatspartij (1928). Verberne.

< >