Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Mansart

betekenis & definitie

(Mansard)

1° François, architect. * Jan. 1698 te Parijs, ✝ 23 Sept. 1666 aldaar. In en bij deze stad voerde hij vele groote werken uit (paleizen en kasteelen); kenmerk van zijn stijl was een sterke neiging tot Klassicisme. Zie afb. 3 op de pl. t/o kol. 801 in dl. III.
2° Hardouin-Mansart, Jules, architect; achterneef van 1°. * 16 April 1646 te Parijs, ✝ 11 Mei 1708 te Marly bij Parijs. Voegde in 1668 den naam van zijn achteroom aan zijn familienaam Hardouin toe. Gunsteling van Lodewijk XIV, verwierf nog grooteren naam dan François (niet geheel terecht). Hij beheerschte tijdens zijn leven de bouwkunst in geheel Frankrijk; zijn stijl is eveneens Klassicistisch. Ook als binnenhuisarchitect was hij leidend. Zie afb. 3 op de pl. t/o kol. 65 in dl. VI. Schretlen

Lit.: A. E. Brinekmann, Die Bauk. des 17. u. 18. Jhdt. i. d. röm. Landern (Handb. der Kunstwiss.).

< >