1° Isaac le, bekend koopman en zeevaarder; vader van 2°. * Ca. 1550 te Doornik, ✝ 20 Sept. 1624 te Egmond a. d. Hoef. Kwam met zijn gezin na den val van Antwerpen (1585) naar Amsterdam, waar hij een werkzaam aandeel nam aan het handelsleven en lid werd van het bestuur der Oost-Indische Compagnie.
Niet tevreden over de activiteit, door de Compagnie ontplooid, neemt M. 22 Febr. 1605 ontslag, en biedt zich aan bij Hendrik IV van Frankrijk. Diens dood (1610) komt tusschenbeide en dan zoekt Le Maire met vermijding van de straat van Magalhaes een nieuwen weg naar Indië; zijn zoon ontdekt in 1616 de straat, welke naar hem is genoemd. Tot zijn dood bleef hij in twist met de Oost-Indische Compagnie.
J. D.M. Cornelissen.2° Jacques le, koopman en ontdekkingsreiziger; zoon van 1°. * 1585 te Antwerpen, ✝ 1616 op zee. In 1615 rustte Isaac een vloot uit van 2 schepen onder zijn zoon Jacques; de zeevaartkundige leiding was in handen van Willem Cornelisz Schouten van Hoorn, om een onderzoek in te stellen naar het geheimzinnige Zuidland, maar met het verbod door de Straat Magalhaes te varen; de bedoeling was zoodoende het monopolie van de O. I. C. te ontduiken. De aanbevelingsbrieven, welke M. meekreeg voor de Oost-Indische bewindhebbers, wijzen ook daarop. Den 12en Juni 1615 stak M. met zijn schepen in zee, na 3 maanden bereikte hij Porto Desire, waar één der schepen, het jacht „De Hoorn”, in brand geraakte. 23 Jan. 1616 vond men de doorvaart ten Z. van Vuurland, welke den naam van Le-Mairestraat kreeg. Ook de namen Kaap Hoorn en Staten-eiland herinneren aan dezen tocht. Verder N. waarts koersend, ontdekte hij de Lage Eilanden, maar geen Zuidland. Bij Nieuw-Guinee gekomen wilde M. den tocht verder voortzetten, maar de bemanning weigerde en dwong hem naar de Molukken te varen. Daar aangekomen was de M. gunstig gezinde gouverneur-generaal Reynst juist gestorven. De waarnemende G.G. Laur. Reael verbood hem handel te drijven en verwees hem naar Jacatra; hier had de nieuwbenoemde G.G. Jan Pietersz Coen juist het bewind aanvaard en deze verklaarde schip en lading verbeurd en zond de opvarenden naar het vaderland. Op deze terugreis is M. gestorven. Onder toezicht van den vader zijn de lotgevallen van dezen tocht op schrift gesteld: Spieghel der Australie-navigatie door den wijt vermaerden ende cloeckmoedighen zeeheldt Jacques de Maire, president ende overste over 2 schepen de Eendragt en Hoorn, uitghevaren den 12 Juny 1615 (1622). Journaal van de wonderlijke reyze, gedaan door Willem Cornelisz Schouten van Hoorn, in de jaaren 1615, 1616, 1617 (1766). de Visser.