Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Mago

betekenis & definitie

1° Voornaam Carthager, 550-500 v. Chr.; grondlegger van Carthago’s grootheid en militaire macht.

2° Carthaagsch schrijver van een standaardwerk over landbouw, vertaald in het Grieksch en Latijn.
3° Broer van Hannibal, streed met dezen bij Cannae (216 v. Chr.), werd na dezen slag naar Carthago afgevaardigd om nieuwe troepen te halen, werd echter naar Spanje gezonden. Bij een plotselingen aanval op N. Italië (205) verslagen en gestorven op de vaart naar Afrika. Witlox.

Lit. : Meltzer-Kahrstedt, Gesch. der Karthager.

< >