Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Madoereezen

betekenis & definitie

Inheemsche bevolking van het eiland Madoera met bijbehoorende kleinere eilanden en van een deel der gewesten Pasoeroean, Besoeki, prov. Oost-Java. Hun aantal bedroeg (eind 1930) rond 4 291 000.

De Madoerees behoort tot den Maleischen volksstam. Hij is forsch gebouwd, gespierd en sterk. Vrij ruw is hij van aard, vechtlustig, driftig, doch oprecht, open en vrijmoedig.

Zijn echtelijke trouw is groot. Voor schoolopleiding voelt hij niet veel, het aantal alphabeten is gering. Op zijn kleedij is de Madoerees, zoowel man als vrouw, slordig.

Hij is een uitnemend veehouder. Vooral de karapan-stieren (bestemd voor stieren-wedrennen) worden met de grootste zorg behandeld. Hij is een stoutmoedig zeevaarder, een goed kleinhandelaar en een zeer bruikbare werkkracht op plantages en in de havens.

Brokx

< >