Bijbelsche naam van een grot tegenover Hebron, die door Abraham van de Hettieten gekocht werd (Gen.23.8-20) als familiegraf (Gen.25.9-10; 49.29-32; 50.13). Zij wordt door de Mohamm. traditie geïdentificeerd met een ruimte onder de Medzjdid el-Anbia (heiligdom der Aartsvaders). De toegang tot deze ruimte wordt sinds eeuwen aan een ieder, ook aan wetensch. expedities, ontzegd.
De Kruisvaarders, die er geweest zijn, hebben verzuimd er een beschrijving van te geven; een kolonel van het Eng. bezettingsleger, die er in 1917 toevallig binnendrong, schonk er geen aandacht aan. Kinderlooze Mohamm. vrouwen werpen door een spleet briefjes in de grot, om van Sara, die eveneens onvruchtbaar was (Gen.17.16), kinderzegen af te smeeken. v. d. Born.