Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Luidspreker

betekenis & definitie

Apparaat, dat dezelfde functie vervult als de gewone telefoon, nl. het hoorbaar maken van electrische trillingen tusschen 30 en ca. 10 000 periode/sec. Ze kunnen echter veel grootere energieën verwerken en zijn zoodanig gebouwd, dat de energieoverdracht aan de omringende lucht zoo gunstig mogelijk is. Dit laatste bereikt men, doordat deze overdracht geschiedt door een hoorn ofwel door een groote schijf van licht materiaal, papier e.d., welke in het rhythme der trillingen bewogen wordt.

Het apparaat bestaat als regel uit een spoeltje, waardoor de in acoustische energie om te zetten electrische energie stroomt. Indien dit spoeltje in een sterk magneetveld geplaatst is, gaat het ten gevolge van de stroomvariaties bewegen (moving coil type). Deze beweging wordt overgebracht op de hierboven genoemde schijf of trilplaat.

Echter zijn ook andere uitvoeringen bekend, nl. die, waarbij de stroompjes door middel van spoeltjes het magneetveld zelf beïnvloeden en een tusschen de polen der magneten geplaatst ankertje in trilling brengen.

Een andere uitvoering is de bandluidspreker, waar het spoeltje vervangen is door een bandje, welk bandje tusschen de polen van een magneet is geplaatst. De werking is dezelfde als die hierboven voor het „moving coil” type beschreven. A. Dubois

< >