1° Heilige, bisschop van Munster. * Ca. 744 waarsch. te Zuilen, ✝ 26 Maart 809. L. bezocht de Utrechtsche school, studeerde daarna 4 jaar te York, waar hij ook diaken werd gewijd en begon zijn eerste prediking bij Deventer, waar hij de kerk op het graf van Lebuinus bouwde. In 777 werd hij priester gewijd en werkte toen bij Dokkum en in de Groninger Ommelanden, 777-794; zijn missie-arbeid hier werd slechts onderbroken door den opstand der Saksers in 784, waardoor L. moest vluchten en een reis van twee jaren naar Rome en Monte Cassino ondernam.
Omstreeks 794 ging hij als missionaris naar Mimigardeford (Münster) en werd na de volledige onderwerping der Saksers tot bisschop gewijd, 30 Maart 804. Hij stichtte o.a. de Benedictijner abdijen te Werden en Helmstedt. Hij schreef een Vita S.
Gregorii, den derden bestuurder van het bisdom Utrecht. Feestdag 26 Maart.Lit.: Alfridi Vita S. Ludgeri (uitg. Mon. Germ. Hist. Script. II, 105; nieuwe uitg. door W. Diekamp, Geschichtsquellen Munster, IV 1881; Duitsche vert. J.
Kirschweng, 1934). Biographieën van A. Hüsing (1878); L. Th. W. Pingsmann (1889).
Post.
2° Bisschop van Utrecht, ca. 848-853, wordt slechts éénmaal in een oorkonde genoemd, nl. in die van keizer Lotharius, 12 Aug. 850.