Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lucifer (vuur)

betekenis & definitie

Vuurslag in den vorm van een dun houtje, werd het eerst door Chancel in 1805 gevonden. De kop van zijn l. bestond uit een mengsel van kaliumchloraat en zwavel; ontsteking werd verkregen door dompelen in een fleschje, waarin zich asbest en zwavelzuur bevonden. Ca. 1830 kwamen de l. met witte phosphor in den kop, welke op ieder oppervlak konden worden aangestreken; deze waren vrij gevaarlijk.

Een groote vooruitgang werd bereikt door gebruik van roode phosphor (ontdekt in 1847), waardoor de veiligheids- of Zweedsche l. mogelijk werden. De roode phosphor wordt nl. op het strijkvlak aangebracht; de kop bestaat uit kaliumchloraat en zwavel of antimoonsulfide. Door het strijken gaat een deel van de roode phosphor in witte over, welke de ontbranding van den kop teweeg brengt.

Windlucifers hebben achter den kop een dikke massa van kaliumchloraat en colophonium; bij de Bengaalsche l. bevat deze bovendien barium- of strontiumnitraat. De „eeuwige” l. is een rolletje van nitro-acetyl-cellulose, bestreken met kaliumchloraat en urotropine. De werking berust daarop, dat deze combinatie makkelijk ontbrandt, maar moeilijk verder door brandt.Zernike.

< >