Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Loon (persoon)

betekenis & definitie

1° Gerard van, Ned. historieschrijver en penningkundige. * 17 Jan. 1683 te Delft, † 29 Aug. 1758 te Leiden. Zijn hist. aanleg dreef hem naar Leuven, waar hij in de wijsbegeerte promoveerde; in Leiden behaalde hij zijn juridischen graad. Op zijn reizen in België en Frankrijk maakte hij zijn onderzoekingen in de genealogie in numismatiek.

De vrucht hiervan, zijn Beschrijving der Ned. Historiepenningen (1723-’31 in 4 dln.), later door het Kon. Ned.

Instituut voortgezet, geldt nog altijd als het standaardwerk voor de Ned. penningen. Bij zijn scherpen speurzin was hij weinig critisch en gaf, misleid door een bedrieger, een (valsche) Rijmchronijk van ➝ Klaas Kolijn uit. Nog bestaat van hem een jeugdwerk: Plautianus, treurspel (1711) en Aloude Hollandsche Historie (2 dln. 1734).Lit.: S. Kalff, Tschr. v. Gesch. (1912); J. te Winkel, Ontwikkelingsgang d. Ned. Lett. (III-V); Dietsche warande (IX). Piet Visser.

2° Henry van, Ned. dagbladschrijver en letterkundige. * 2 Jan. 1885 te Rotterdam. L. promoveerde 1911 te Leiden in de letteren, vestigde zich als journalist te Parijs, zendt van daar uit correspondenties en letterk. bijdragen aan Ned. bladen en tijdschriften.

Werken: De Ned. vertalingen van Molière (diss., 1911); Onder één dak (1911); Trouweloozen (1915); Geteekenden (1919); De muggen dansen (1923); In de verstrooiing (1925). Bijdragen over Fr. letterkunde in De Gids.

< >