is een voor laken bestemd weefsel, zooals het van den weefstoel komt. Tegenwoordig wordt het gevold, maar niet volledig geappreteerd. L. wordt aldus vervaardigd: in de vezel geverfd en als melange zwart-wit versponnen; gekleurd geweven, krachtig gewasschen en na het drogen op de rugzijde geschoren; in vleug geborsteld, geperst en gedecatiseerd.
L. wordt gebruikt voor regenjassen.Lit.: Wilhelm Spitschka, Textilwarenkunde und Gewebemuster (Stuttgart). J. Rutten.