Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lodelinsart

betekenis & definitie

Gem. in het Z.O. van de prov. Henegouwen, ten N. van Charleroi (XIII 176 E4); opp. 296 ha, ca. 11 200 inw. (vnl. Kath.); steenkoolmijnen, ijzernijverheid; vóór het machinaal glasfabriceeren een der machtigste Belg. centra voor glasblazerij.

Maakte deel uit van de bezittingen der abdij van Lobbes; de steenkool werd er reeds ontgonnen in de M.E.; eenige oudheidk. vondsten. V. Asbroeck.

< >