Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Litanie

betekenis & definitie

(Gr. litaneia = smeeking; Lat. litaniae)) naam in de liturgie 1° (gelijk reeds in de Oudheid, voor alle smeekgebed; 2° een weinig later (5e eeuw) voor de processies, waaronder dit gebed gebeden werd; aldus: Litaniae majores, de processie op 25 April (in Rome, sinds 5e eeuw ter vervanging eener heidensche), Litaniae minores, de processie op de ➝Kruisdagen; 3° (6e eeuw) voor het ➝Kyrie eleison (in Mis en Koorgebed); 4° voor vsch. aanroepingen en smeekbeden met korte instemmende antwoorden: een zeer geliefde gebedsvorm (reeds bij de Ouden), sinds 4e eeuw in de liturgie gebruikt (Gr. ➝ectenie), en in de M.E. ontwikkeld zelfs op buitensporige wijze, zoodat in 1601 Clemens VIII alle l. voor het gebruik in openbaren eeredienst verbood behalve twee. De eerste van deze: de Allerheiligen-litanie, klimt wat haar kern betreft op tot de 7e eeuw. In korten (oudsten) vorm, wordt zij gebruikt op Paaschzaterdag, Vigilie van Pinksteren en in de ➝Commendatio animae; in langeren vorm bij alle voorname wijdingen (consecraties) van personen zoowel als zaken, bij boeteplechtigheden, enz; eertijds kwam zij ook voor in de H.

Mis (➝Oratio fidelium). De tweede, de Lauretaansche l., verbreidde zich (door S. Petrus Canisius) uit Loreto over Duitschland in geheel Europa.

Later werden nog goedgekeurd: de l. van den Zoeten Naam van Jesus, opklimmend tot de 15e eeuw (door Pius IX, 1862), de l. van het H. Hart, in de 18e eeuw in Marseille ontstaan (door Leo XIII, 1899), de l. van den H. Joseph (door Pius X, 1909).

Zonder pauselijke goedkeuring is het gebruik eener l. in den openbaren godsdienst niet geoorloofd; voor privaat gebruik is een bisschoppelijke voldoende (vgl. C.I.C. can. 1259). De melodie der l. handhaafde steeds haar oorspr. eenvoud: een recitatief met korte cadenzen.Lit.: Cabrol, in Dict. d’Archéol. et de Liturgie (s.v. Litanies; met uitgebreide lit.-opgave). Louwerse.

< >