Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Linde (naam)

betekenis & definitie

1° Carl Paul Gottfried von, natuur- en werktuigkundige. *11 Juni 1842 te Berndorf in Oberfranken, ✝16 Nov. 1934 te München. Na zijn technische studies was hij eerst werkzaam in den locomotievenbouw, in 1868 aanvaardde hij een leerstoel aan de Technische Hoogeschool te München. Hier bestudeerde hij ook de koeltechniek, wat in 1871 leidde tot de constructie van een nieuwe ijs- en koelmachine, waarvoor hij in 1879 een maatschappij stichtte.

Met behulp van het door hem bedachte tegenstroom-principe en het Joule-Kelvineffect gelukte het hem in 1895 lucht vloeibaar te maken. Sindsdien zijn de machines van L. voor het maken van vloeibare lucht overal in gebruik en hebben zij de andere methodes verdrongen. L. leverde ook belangrijke theoretische beschouwingen over koeltechniek.

Hij werd doctor h.c. te Göttingen en in den adelstand verheven.Lit.: Aus meinem Leben und von meiner Arbeit (autobiogr., München 1916); Zeitschr. für die gesamte Kälteindustrie (1934). J. v. Santen.

2° Gerrit van de, Ned. dichter van komische gedichten, die hij uitgaf onder pseud. De Schoolmeester. *12 Maart 1808 te Rotterdam, ✝27 Jan. 1858 te Londen. Oorspr. voor het predikambt opgeleid, had hij zich in Holland onmogelijk gemaakt door zijn epicuristischen aard. In Londen nam hij, geholpen door vrienden, o.a. Jac. van Lennep, een kostschool over, die hij met behulp van zijn vrouw tot bloei bracht en vestigde in het Cromwell-House te Highgate. Zijn zorgvuldig bewerkte, meestal in vrij rhythme geschreven gedichten zijn voor het meerendeel van humoristischen aard door een opeenstapeling van tegenstellingen en verrassende wendingen, ingegeven door een scherpen kijk op het leven. Zij werden oorspr. in vsch. almanakken geplaatst en na des schrijvers dood door Jac. v. Lennep uitgegeven met een levensbericht van den auteur.

Lit.: M. Basse (in Taal en Letteren, XI 1901, 513); Veth, De Schoolmeester en de Ingoldsby Legends (in Nieuwe Gids, I 1931); W. Kloos (in De Nieuwe Gids, II 1930). Piet Visser.

3° Otto zur, Duitsch dichter, uit de groep Charon, welk tijdschrift hij (1904 vlg.) redigeerde. Schreef religieus-wijsgeerige lyriek in een prae-Expressionistischen stijl, dien hij de absolute woordkunst noemt. *26 April 1873 te Essen.

Voorn. werken: Die Kugel (1909); Album; Charontischer Mythus; Stadt und Landschaft. — Uitg.: Gesamm. Werke (10 dln. 1910 vlg.). — Lit.: Rud. Paulsen, O. z. L. (1912).

< >