(Lettisch: Vidzeme), de ten O. van de golf van Riga, zich tot in Z. Estland uitstrekkende streek, die thans vnl. de Lettische prov. Apgabals vormt (X 380 C/D 1-2); opp. ca. 22 000 km2, ca. 400 000 inw., vnl.
Letten. Boschen heuvelachtig landschap, waarin het zgn. Lijflandsch Zwitserland.
In 1201 werden de bewoners door Albert, bisschop van Riga, tot het Christendom bekeerd en waren den Zwaardbroeders onderworpen. In het begin van de 16e eeuw werd geheel L. Protestantsch en behoorde vanaf 1561 aan Polen, vanaf 1625 aan Zweden, vanaf 1710 aan Rusland en vanaf 1918 aan Letland.
Voor verdere gegevens over opbouw, geschiedenis enz., zie → Baltische Staten. Zie ook Letland.Lit.: Seraphim, Gesch. Livlands ; v. Todien, Die Livl. Ritterschaft (1930). v.Son.