Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lambrecht

betekenis & definitie

1° Henricus, bisschop van Gent. * 26 Jan. 1848 te Welden, † 2 Juli 1889 te Denderleeuw. Doctor in de godgeleerdheid te Leuven (29 Juli 1876) werd hij titulair-bisschop van Gerra en coadjutor van mgr. ➝Bracq 26 Maart 1886, bisschop van Gent 17 Juni 1888. Behalve theologische handboeken gaf hij een zeer gewaardeerde verklaring van den Mechelschen Catechismus.

Allossery.2° Jan, Zned. schrijver. * 1 April 1626 te Pollinkhove (West-Vlaanderen), † ca. 1690 te Middelburg. Na een verblijf in Engeland vestigde hij zich als rechtsgeleerde te Brugge, waar hij in 1656 den verbannen koning Karel II van Engeland huisvestte. In 1666 werd hij groot-baljuw van het Graafschap Middelburg. Hij dichtte en schreef een aantal tooneelspelen.

Werken: Vlaemsche vrede vreucht (1659); Schoonheyts ramplot (1661); Deuchdenlof (een inhuldigingsspel voor den nieuwen Gentschen bisschop, 1662); Rachel (1662); Lof der bouwlust (bij een abtswijding, 1665); De Goeweke (1678); Wonderen van O. L. Vrouw v. Halle (1684); Bethlehem (1685). Piet Visser.

3° Joos, Vlaamsch typograaf, graveur, grammaticus en poëet, verbleef van ca. 1536 tot 1553 te Gent; † ca. 1556. Verwierf als drukker grooten naam met zijn Cooplieden handboucxkin (1537, daarna herhaaldelijk herdrukt), dat een nomenclatuur is der diverse toen geldende muntsoorten en maten. Als grammaticus verwierf hij zich verdienste met zijn Nederlandsche spellinghe (waarvan nog in 1882 een facsimile-uitgave) en zijn Dictionarium teutonicolatinum, een Vlaamsch-Latijnsch woordenboek, dat helaas is verloren gegaan. Ook vervaardigde L. een bundel Refereynen int vroede, int zotte, intamorueze, en een bundel Spelen van Zinne (beide te Gent 1539).

Lit.: F. Vanderhaeghen, in Biogr. Nat. de Belgique (XI 1890); Wouter Nijhoff, L’art typogr. dans les Pays-Bas pendant les années 1500 à 1540 (II 1926); id., ibid. Supplement (10). Offermans.

< >