Zeer oude versieringswijze, vnl. toegepast op stoffen, waarvan de weefseldraden zich rechthoekig kruisen. De k. overspant deze draden gelijk diagonalen in een vierkant. Door de meestal los gesponnen draden maakt de k. den indruk van een klein vierkantje.
Bij k. is men gebonden aan een netwerk van zich rechthoekig kruisende draden, en tevens aan motieven, die op dit netwerk uitvoerbaar zijn; vandaar dat veelal geometrische figuren worden toegepast. Wordt de geheele grond met kruissteken bedekt, dan gebruikt men hiervoor gemakkelijk aftelbaar en goedkoop materiaal: stramien, jute e.d.J. Rutten.