(Arab. karamat, aanzien, o.a. bij God, vandaar heiligheid), in Ned.-Indië gebruikelijk woord voor „heilig graf”, d.w.z. een graf, waarvan de inheemsche bevolking aanneemt, dat de tooverkracht van den aldaar ter aarde bestelden heilige zich nog aan de bedevaartgangers kan mededeelen. Men onderneemt dan ook bedevaarten naar zoo’n graf, brengt er spijs- en reukoffers, reciteert er gewijde teksten, legt er de gelofte van te geven godsdienstige feesten af, enz., om een of andere gunst te verwerven. Om door middel van een droom aanwijzingen te verkrijgen, hoe in een bepaald geval te handelen, gaat men vaak naast zoo’n k. slapen.
Als heilig graf komen in de eerste plaats in aanmerking de graven van de eerste verkondigers van den Islam in Ned.-Indië, de ➝ wali’s, maar verder ook van vorsten en andere met bovennatuurlijke krachten begaafd geachte personen.
Olthof.