1° regentschap van de afd. Malang, prov. Oost-Java; omvat de districten Gending, Kraksaan, Paiton en Gading.
Aantal inw. (eind 1930): 278345 Inheemschen, 485 Europ., 1235 Chin. en 308 andere Vreemde Oosterlingen. Opp. 1016 km2; bevolkingsdichtheid 275,82 per km2. In het Z. en O. begrensd door gebergten met den Argapoera (3086 m), den Alasbatoe (Janggebergte, 2609 m) en den Lamongan (1636 m) als voornaamste toppen.
Naar het N. en W. daalt dit bergland af tot een vruchtbare vlakte met moerassige kust. De bevolkingscultuur is rijst, mais en casave. Er werd veel suikerriet geteeld.
Veeteelt, vischvangst en vischcultuur in tambaks (brakwatervijvers) zijn van belang. Het klimaat is in de vlakte zeer warm en aan de kust ongezond.
Het bergland is vol natuurschoon.
Wordt doorsneden door een tramverbinding met Probolinggo. Bevolking bijna geheel Madoereesch, taal Madoereesch.2° Hoofdplaats van gelijknamig regentschap en district (XIV 496 13). Onaanzienlijk, warm en ongezond kustplaatsje, gelegen aan een tramlijn van Probolinggo langs de kust naar het O. loopend. Aantal inw. (eind 1930): 3581 Inheemschen, 110 Europ., 605 Chineesche en 172 andere Vreemde Oosterlingen. Wordt bezocht door de Carmelieten vanuit Probolinggo.
Brokx.