Kinkhoest of slijmhoest is een der meest voorkomende infectieziekten. Drie tot acht dagen na de besmetting treedt verkoudheid op, die, erger wordend, geleidelijk overgaat in de algemeen bekende typeerende gierhoestaanvallen. Het gevaar van de ziekte is minder in den k. zelf dan wel in de complicaties gelegen.
De meest gevreesde complicatie is longontsteking. K. is een kinderziekte. De eenmaal doorstane ziekte maakt den mensch onvatbaar voor een volgende infectiekans.
Zoo is het ook goeddeels te verklaren, dat k. weinig op ouderen leeftijd optreedt; meestal wordt de ziekte reeds tijdens den kinderleeftijd doorgemaakt. In het algemeen genomen levert de ziekte zelden levensgevaar. Toch sterven bijv. in Ned. per jaar nog 700 à 1 000 kinderen aan kinkhoest.
Hoe kleiner het kind, des te grooter is de kans op longontsteking.De besmettelijkheid van k. is groot. De ziekte wordt van kind op kind overgebracht en daar k. al besmettelijk is vóórdat de typische aanvallen zijn opgetreden, dus voordat men zeker weet met k. te doen te hebben, is een besmetting moeilijk te voorkomen. Heeft er in een gezin één kind k., dan worden meestal ook de andere kinderen aangetast. Ofschoon afdoende maatregelen niet te nemen zijn, zal men toch de kinderen met k. zooveel mogelijk uit de omgeving van andere kinderen behalve het eigen gezin houden. Vooral is het van groot belang in gezinnen, waarin k. voorkomt, de kinderen onder het jaar van de andere kinderen en hun verzorgsters af te zonderen.
De verwekker van k. is de bacil van Bordet en Gengou. Hiervan worden vaccins gemaakt, waarmee men vrij goede resultaten bereikt bij de bestrijding van kinkhoest. Balen