1° Hendrik de, beeldhouwer en architect. * 15 Mei 1565 te Utrecht, ✝ 15 Mei 1621 te Amsterdam, waar hij in 1591 tot „stadsbeeldhouwer en metselaar” benoemd werd. Hij was een baanbrekend bouwmeester, die een eigen stijl schiep, gebaseerd op de Vlaamsche Renaissance met vele Klassieke herinneringen. Hij sierde Amsterdam met zijn schoonste werken: Westerkerk, O.I.
Huis, Beurs, toren Zuiderkerk enz. Bovendien was hij de grootste beeldhouwer van zijn tijd in Holland en zijn meesterwerk op dit gebied is het praalgraf van Willem I in de Nieuwe Kerk te Delft. Zie de onderste afb. t/o kol. 240 in dl.
II en afb. 4 t/o kol. 624 in dl. VIII.Lit.: Thieme-Becker, Allg. Künstlerlex ; E. Neurdenburg, H. d. K. Schretlen Naar K. is genoemd de vereeniging Hendrick de Keyser, een Ned. vereeniging, opgericht op 1 Jan. 1918, die ten doel heeft het behoud te verzekeren van oude gebouwen, die waarde bezitten uit architectonisch of historisch oogpunt, van belang zijn als onderdeel van een karakteristiek stadsgezicht, enz. Dit doel tracht zij te bereiken door den aankoop en restauratie van dergelijke gebouwen, door bemoeiingen bij de overheid om te voorkomen dat stadsschoon, bijv. door het dempen van grachten, verloren gaat, door het organiseeren van lezingen, het verstrekken van adviezen, enz.
Bij den aankoop van panden is de opzet, deze zoodanig te exploiteeren, dat de huuropbrengst voldoende is om rentenlast en onderhoudskosten te dekken. Een der resultaten van het werk van H. de K. is, dat ook vele particulieren de in hun bezit zijnde oude gebouwen zijn gaan restaureeren.
De vereeniging werd opgericht te Amsterdam op initiatief van den heer J. Th. Boelen; haar bemoeiingen beperkten zich aanvankelijk tot Amsterdam, kregen echter steeds meer een algemeen landelijk karakter. Tot de merkwaardigste van haar bezittingen (thans, 1936, 84 in getal) behooren het zgn. Huis van Piet Hein aan het Rapenburg te Amsterdam, een pand aan den Zeedijk aldaar, dat een zeldzaam voorbeeld van Amsterdamschen houtbouw is, huizen aldaar aan de Heerengracht en aan de vroegere St. Olafspoort, het voormalige raadhuis te Elburg, vsch. panden te Blokzijl, Haarlem, Enkhuizen, Alkmaar enz.; verder noemen wij nog de laat-Gotische kapel van Gageldonk (N.Br.), het huis van Witte de With te Den Briel, het „Gotische Huis” te Goes, „In de Steenrotse” te Middelburg (uit 1590), misschien het eenige voorbeeld van Vlaamsche Renaissance op Ned. grondgebied, „De Messingklopper” te IJlst, een kostelijken trapgevel uit 1669.
Lit.: Gedenkboek van de Ver. H. de K. (1928); Jaarverslagen.
2° Pieter Dirckz., zeevaarder, afkomstig uit Embden, maakte met Corn. de Houtman den tocht van 1595 naar Indië mee en overleed in 1596 op de reede van Bantam. Hij verrichtte metingen van Z. sterren; zijn resultaten zijn vermeerderd gepubliceerd door Fred. de → Houtman; het werk van Keyser alleen is opgenomen in Merula’s Cosmographia (Amsterdam 1605). Reesinck
3° Thomas de, schilder, zoon van Hendrik. * 1596 of 1597 te Amsterdam, ✝ 7 Juni 1667 aldaar. Voornamelijk werkzaam als portretschilder; ondanks invloed van F. Hals, C. Ketel, v. d. Voort e.a., bleef hij een persoonlijkheid temidden zijner vele collega’s. Zijn portretkunst is echt Hollandsch, eerlijk, eenvoudig en koel; later kwam hij onder invloed van Rembrandt en werden zijn kleuren warmer.
Lit.: Thieme-Becker, Allg. Künstlerlex ; H. v. Hall, Repertorium (1936, nr. 11464-11476). Schretlen