Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Keukenapparaten

betekenis & definitie

Electrische, zijn in hoofdzaak te verdeelen in apparaten, die kracht leveren, en apparaten, die warmte (resp. koude) produceeren.

a) Krachtapparaten kan men weer onderscheiden in apparaten, die elk een eigen krachtbron hebben (bijv. electr. koffiemolen, electr. broodsnijmachine), en apparaten, die stuk voor stuk op een universeele krachtbron (den electr. keukenmotor) aangesloten kunnen worden. Deze methode biedt vele mogelijkheden. Zoo kunnen er met den electr. keukenmotor al naar behoefte verbonden worden: kneed- en roermachine, messenpoetsmachine, passeermachine, schilmachine, slijpsteen, snijboonenmolen, vleeschmolen enz. De aansluitwaarde van den electr. keukenmotor voor de gezinskeuken bedraagt ca. 0,18 kW; die voor de groote keuken ca. 0,7 tot 1,0 kW.
b) Warmte-apparaten zijn op een of andere wijze voorzien van een electr. verwarmingslichaam. Het electr. koffiezet-apparaat zet geheel automatisch koffie, zoodra het water (dat dit apparaat, evenals de electr. theepot, zelf verwarmt) kookt. De electr. ketels en melkkokers (ook bekend als snelkokers) hebben slechts zeer weinig tijd noodig voor het aan de kook brengen van hun inhoud. Het stroomverbruik van deze apparaten is, waar ze niet lang achtereen in gebruik zijn, gering. Het is van veel belang, dat de apparaten eerst gevuld worden en dan pas met het lichtnet worden verbonden en omgekeerd eerst worden uitgeschakeld vóór er uit geschonken wordt. Ook passé men ten zeerste op voor „droog-koken”.
c) Voor koude-apparaten, zie → Koeltechniek.

Zie ook → Kookapparaten (electrische); Heetwaterapparaat (electrisch). Schnabel

< >