Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Keuken

betekenis & definitie

Vertrek, waarin het eten gekookt wordt en diverse huishoudelijke bezigheden worden verricht. Bouw en inrichting van een k. zijn geheel afhankelijk van de beschikbare gelden.

Als bouwkundig probleem geniet de k. sinds de naoorlogsche jaren een grooter belangstelling. Bestudeering van de k. als voornaamste werkplaats in de woning heeft tot tal van verbeteringen geleid. De afb. toonen een hulpmiddel bij deze studie nl. de zgn. looplijnen, die het verband van de werkzaamheden in de k. met de overige woonruimten aangeven, en de werklijnen, die de meest eenvoudige organisatie van de werkzaamheden in de keuken zelf toonen.

Ligging.

Indien mogelijk aan de Noordzijde, in de nabijheid van voordeur of ingang voor leveranciers, kelder, provisie, eetkamer en keukenplaats. Bij voorkeur een verbinding tusschen eetkamer en keuken, door middel van een doorgeefluikje.

Afmetingen. Deze houden verband met den kostprijs en huurwaarde van het huis; minimum opp. is echter 6 m2. De vorm is meestal langwerpig, in verband met den bouw (blokwoningbouw); bij vrijstaande huizen bijv. meer vierkant. Soms moet er nog gelegenheid zijn voor een „eethoek” of voor een zitje voor het dienstpersoneel. In grootere woningen verdeeling der functies, naar Engelsch voorbeeld, over: provisie, spoelkeuken, dienkeuken, kookkeuken, personeelkamer. In gestichten enz. nog verdere decentralisatie: koffiekeuken, groentenkeuken, melkkeuken, broodkeuken en diverse afdeeling-dienkeukens.

Hoofdindeeling. Getracht moet worden een rationeele plaatsing van de vaste en verplaatsbare onderdeelen van de keukeninstallatie te bereiken, bijv. aanrecht of fornuis bij het raam (voor het fornuis rekenen op een ruimte van minstens 60 x 90 cm). Recht boven het fornuis een wasemkanaal, doorsnede minstens 150 cm2 en doorloopend boven het dak uit. Servieskast voorzien van doorgeefluikje tegen den eetkamermuur. Doorgeefluikje bij voorkeur bestaande uit dubbele wanden (geluid, etenslucht), wand aan de eetkamerzijde bijv. opklapbaar (kan, neergeklapt, dienen als blad).

Verlichting en ventilatie. Ramen zoo groot mogelijk en die van buiten kunnen gereinigd worden. Geschikt zijn bijv. naar binnen vallende tuimelramen bij het plafond (hoogte minstens 15 cm). Ventitalie zoo noodig geholpen door een ventilator. De kunstverlichting behoort diffuus licht te geven en geen schaduw. Het beste is een lichtpunt midden in het plafond. Zoo noodig boven het fornuis een lamp als „pottenkijker”. Ook kunnen verplaatsbare lichtpunten worden aangebracht, echter met speciale isolatie.

Wanden moeten glad zijn en tegen vocht bestand, zeker tot op een hoogte van 1,25 m. Wanneer geen kolenfornuis aanwezig is, moet de wand daarboven niet poreus zijn, maar glad; anders heeft men steeds vochtige muren en daardoor een vochtige atmosfeer.

Vloeren.

Naadloos, zonder hoeken en goed te reinigen; veel wordt gebruikt granito.

Gootsteen met aanrecht.

Het beste gootsteenmateriaal is geglazuurde, vuurvaste klei. De gootsteen moet voorzien zijn van een vast rooster (de afvoer van een stankafsluiter), iets hellend afloopen in de richting van den afvoer en in het midden van het aanrecht zijn aangebracht. Diepte minstens 15 cm. Het aanrecht moet aan beide zijden ca. 1 m lang zijn en ong. 55 cm breed. Onder den gootsteen geen kastjes (ruimte kan worden benut voor bijv. emmers, teilen); boven den gootsteen ruimte overhouden voor event. geiser, zeepbakje, sodapot enz. Bij duurdere installaties wordt er behalve de gootsteen nog een slobzink aangebracht voor uitgieten van werkwater, vullen van emmers enz.

Het aanrecht kan zijn gemaakt van granito, asbestcement, teakhout, djatihout. Beide laatste zijn duur, doch men heeft minder last van het stukstooten van het materiaal. De aanrechtbladen worden ca. 80 cm van den vloer aangebracht, moeten aan den uitdruipkant voorzien zijn van lekgroeven en een gootje langs den rand. Het aanrecht moet enkele cm (bijv. 5) over de breedte van het gootsteenkastje uitsteken. Handig is, het te voorzien van een uittrekblad.

Kasten moeten ventileerbaar zijn, glad geverfd en vliegenvrij. Ze kunnen aangebracht worden onder het aanrecht, bijv. 60 cm hoog, 55 60 cm breed en 50 cm diep. Planken worden op gewenschte hoogte aangebracht. In de buurt van het fornuis bijv. een pannenrek of pannenkastje. Verdere kasten kunnen tegen de wanden zijn aangebracht, bijv. boven het aanrecht (deze zijn meestal te hoog om materiaal op te bergen, dat men veel noodig heeft). De servieskast tegen den eetkamerwand.

Handig is, in de kast in te bouwen een rek voor voorraadschuitjes, een weegruimte en enkele uittrekblaadjes. Laden kunnen aangebracht worden in de kast, bijv. servieskast, en dan opentrekbaar in eetkamer en in keuken (berging voor tafelzilver), en onder het aanrecht (poetsmateriaal), in de werktafel (werkmateriaal).

Keukentafel, bijv. een klaptafel onder het raam, bedekt met linoleum of rubber. Gewerkt wordt aan het aanrecht. De keukenstoel moet verstelbaar zijn van hoogte en liefst draaibaar.

Vuilnisemmer moet voorzien zijn van een goedsluitend deksel; behoort geplaatst te worden in een kastje met ventilatie naar buiten en met goed te reinigen wanden. Handig is nog een kleine vuilnislade, die onder het aanrecht schuift, voor het kleinere afval, bijv. schillen enz. De vuilnisemmerkastjes kunnen zoodanig zijn ingericht, dat bij het openen de vuilnisemmer met de deur naar buiten draait.

Ten slotte moet de keuken voorzien zijn van gastoevoer, stopcontact, bijv. boven het aanrecht, voor het gebruik van electrische apparaten enz.

Lit.: Limberg-Meyers-Lotgering, Keukens (1935); Reichsforschungsgesellschaft, Die Küche der Kleinund Mittelwohnung (II); L. Neunberger, So wollen wir wohnen;K. Muthesius,Wie bauich mein Haus?; Schultze, DerBau des Wohnhauses. v. Oerle-Nipper

< >