(of Koerintji), Westelijk deel van de res. Djambi aan de Oostkust van Sumatra (tusschen 1°30' en 2°30' Z. en 101° en 102° O.). Het bestaat uit een lange, smalle hoogvlakte van 300 km2 oppervlakte en aan weerszijden waterscheidende bergruggen.
Het Meer van Kerintji ligt 733 m boven zee met afvloeiing naar de Batanghari. Het meer is zeer vischrijk.Landbouw is het voornaamste middel van bestaan. Rijst wordt in groote hoeveelheden op sawah’s gewonnen. De vruchtbare berghellingen vormen een zeer geschikt terrein voor koffieaanplantingen, welke een product van uitstekende kwaliteit leveren.
De bevolking is nauw verwant aan de Menangkabauers en kent als deze het matriarchaat. Zij is zeer energiek en ondernemend en daarbij spaarzaam en intelligent. Ook de taal wijst op haar herkomst uit de Padangsche Bovenlanden. De bevolking is grootendeels Mohamm., doch weinig fanatiek. v. Vroonhoven.
Voor de Piek van Kerintji, Kerintji Goenoeng of Piek van Indrapoera, zie → Indrapoera (sub 3°).