Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Kei

betekenis & definitie

Bestratingsmateriaal. Men onderscheidt: granietkeien: keien van Zweedsch en Beiersch graniet, in grijze of roode kleur; door de groote hardheid zeer duurzaam. Trachiet- en melafierkeien, afkomstig uit Duitschland, vertoonen het karakter van een minder harde granietkei en worden tegenwoordig weinig gebruikt.

Porfierkeien, waaronder de meest voorkomende de Belgische Quenast- en Lessine’sche keien zijn, worden in Ned. het meest gebruikt in de Zuidelijke provinciën. Basaltlavakeien, afkomstig uit het Rijngebied en den Eifel, worden in verband met het stroeve oppervlak veel toegepast voor brugopritten. Zandsteenkeien, en wel de Belgische greskeien en de Duitsche Grauwacke-keien; een goede kei, doch minder duurzaam dan graniet.

Veldkeien, en wel Drentsche of Noordsche rollen, goedkoop en onverslijtbaar, doch vanwege het hobbelig straatoppervlak in den modernen tijd niet meer toegepast. Slakkenkeien, nevenproduct van de hoogovenbedrijven, zijn van gelijke hardheid en prijs als granietkeien, doch geven een somber wegdek.De afmetingen der k., gemeten op de bovenvlakken, varieeren tusschen 10 x 16 cm en 13 x 20 cm, terwijl de hoogte varieert tusschen 12 en 15 cm. De hardheid wordt uitgedrukt in drukvastheid per cm2. Deze is bijv. voor Zweedsch graniet 1200 kg, voor basalt lava 600 kg, voor zandsteenkei 500 kg.

P. Bongaerts.

< >