Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Karel de Goede (Vlaanderen)

betekenis & definitie

Gelukzalige, martelaar, graaf van Vlaanderen (1119-’27). ✝1127. Hij was de zoon van den H. Kanoet (Knut), koning van Denemarken, en van Adelheid van Vlaanderen.

Bij den dood zijns vaders vluchtte hij naar Vlaanderen, nam deel aan de Kruistochten, volgde Boudewijn VII als graaf van Vlaanderen op en maakte zich door zijn rechtvaardigheid en liefde voor het volk bemind. Hij werd op 2 Maart 1127 door oproerige vazallen vermoord, terwijl hij voor het altaar van 0. L.

V. in de kerk van den H. Donatianus te Brugge te bidden zat. Hij wordt tegen koorts aangeroepen.

Feest 2 Maart. Bij-patroon van bisdom en stad Brugge.Lit.: Walter, Vita Karoli comitis Flandriae, in Mon. Germ. Hist. Script. (XII); Galbert de Bruges, Hist. du meurtre de Charles le Bon (uitg. Pirenne); Dietrich Kerler, Die Patronate der Heiligen (III 1905). De Schaepdrijver.

< >