Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Junggrammatiker

betekenis & definitie

Groote groep van taalkundigen, die zich bezighouden met Indo-Germaansche talen en algemeene taalkunde, welke rond 1875 door Leskien geïnspireerd zijn, o.a. Osthoff, Brugmann, H.

Paul, Verner enz. Hun drie grootste ontdekkingen zijn geweest de palataalwet, de wet van Verner en het beginsel van de werking der klankwetten zonder uitzondering.

De uitdrukking Junggrammatische Richtung verschijnt het eerst in de voorrede van de Morphologische Untersuchungen van Osthoff en Brugmann en berust op een spotwoord van Zarncke.Weijnen.

< >