Fransch romanschrijver. * 8 Dec. 1887 te La Clayette (Saône-et-Loire). Studeerde in de rechten aan de Kath.
Univ. te Rijsel. Kenmerkend voor zijn werken zijn: de stevige bouw, een sober, inslaand realisme, een sappige, levendige, volksche taal.
Een van zijn geliefkoosde thema’s werd de schildering en ontleding van den gemoedstoestand van den sportman (o.m. Le Jeune Athlète, 1921, Le Joueur de Balie, 1929).
Zijn werk behelst twee reeksen: de eene, „Claude Lunant”, teekent het type van de burgers jeugd in de provincie; de andere, Histoires corpusculiennes, omvat o.m. de volgende romans: Le Meunier contre la ville (1926); La Paroissienne; La Foire. Oorlogsliteratuur geven: Valet de gloire (1923); Fête brulée (1924); Revenants dans la boutique. Willemyns.