Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Joseph Joffre

betekenis & definitie

Fransch generaal. * 12 Jan. 1852 te Rivesaltes (Pyrénées-orient.), † 3 Jan. 1931 te Parijs. Als genie-officier nam hij deel aan den Fransch-Duitschen oorlog van 1870; vervolgens als expeditiechef naar Tonkin (1886), Soedan (1892), Timboektoe (1894) en Madagaskar (1897); sedert 28 Juli 1911 tot chef van den generalen staf benoemd, toen de Wereldoorlog uitbrak.

Hij leidde aanvankelijk den terugtocht van het Fr. leger, dat eerst ten gevolge van den Marneslag aan het Duitsche leger het hoofd kon bieden. Om de stad Verdun te ontzetten, leidde J. van Juli tot Sept. 1916 het verwoede offensief aan de Somme, dat echter zonder beslissende gevolgen bleef; 13 Dec. 1916 werd hij vervangen door Nivelle, maar tot maarschalk benoemd (26 Dec.).

In het voorjaar van 1917 werd hij met een zending belast naar de Ver. Staten, in 1919 naar Spanje en in 1920 naar Roemenië.

Lid van de Fr. Academie.

Hij was altijd voorstander geweest van eenheid van commando. Kalm, vastberaden, maar vooral organisator; politiek tot de republikeinsche partijen behoorende.Werken: La préparation de la guerre et la conduite des opérations 1914-1915 (1920); Mémoires (2 dln. 1933). — Lit.: Hanotaux, J. (1920); Benjamen, Le Maréchal J. (1928). Cosemans.

< >